
Vlaams volksvertegenwoordiger

Aantal dierenasielen in Vlaams-Brabant daalt in vijf jaar met 18 procent
Het aantal dierenasielen in de provincie Vlaams-Brabant is in de voorbije vijf jaar afgenomen met 17,86 procent. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams Parlementslid en Tielt-Wings burgemeester Katrien Houtmeyers (N-VA) opvroeg bij het kabinet Weyts. Ook vergeleken met de andere Vlaamse provincies scoort Vlaams-Brabant mager. “Het wordt hoog tijd dat we de koppen bij elkaar steken voor extra dierenopvang in onze regio”, zegt Houtmeyers.
Het gebrek aan opvangplaatsen voor dieren is al langer een probleem in Vlaams-Brabant. Vooral in de regio rond Leuven is het aantal asielen beperkt, mede door een aantal belangrijke sluitingen. Zo ging het Aarschotse dierenasiel Animalibus dicht in 2017, twee jaar later gevolgd door Dierenbescherming De Schakel in Sint-Joris-Winge. Gevolg: de overgebleven asielen zitten vaak overvol, waardoor ze dieren moeten weigeren. En voor de opvang van verwaarloosde en verloren gelopen dieren moet er soms zelfs uitgeweken worden naar locaties buiten de provincie, zoals de Dierenbescherming Mechelen in Antwerpen.
Om de omvang van het probleem te achterhalen, vroeg Katrien Houtmeyers cijfers op bij het kabinet van Vlaams minister van Dierenwelzijn Ben Weyts (N-VA). Daaruit blijkt dat Vlaams-Brabant in 2020 nog 28 erkende dierenasielen telde. Midden 2025 waren dat er nog 23. “Dat is een daling van 17,86 procent”, stelt Houtmeyers vast. “En het bevestigt wat we op het veld al een hele tijd aanvoelen: er is een tekort aan dierenopvangplaatsen in onze provincie. Vergeleken met de andere Vlaamse provincies scoren we ook niet hoog. Enkel Limburg doet het slechter met 20 erkende asielen. West-Vlaanderen heeft er 39, Antwerpen 51 en Oost-Vlaanderen zelfs 52!”
Vorig jaar sloegen elf gemeenten in Oost-Brabant nog de handen in elkaar voor de oprichting van een dierenwelzijnscentrum, dat deels als asiel zou functioneren. “Ik heb de minister gevraagd naar zijn bereidheid om het project te ondersteunen”, vervolgt Houtmeyers. “Hij antwoordde dat het project enkel kan slagen als het groeit van onderuit. Hij raadt aan om de bestaande ideeën te concretiseren en ze vervolgens voor te leggen aan Vlaanderen. Ik denk dat we dus de koppen opnieuw bij elkaar moeten steken binnen de regio Oost-Brabant, zodat we een concreet voorstel kunnen voorleggen aan de minister en de deputatie.”
